Francien is moeder van Sander, een jongen met autisme. Al vanaf jonge leeftijd wist ze dat Sander anders was. Lief, slim en gevoelig maar ook snel overprikkeld, onzeker en gebaat bij structuur. De diagnose autisme bracht duidelijkheid en ook veel vragen. Hoe zou het later gaan? Zou hij ooit kunnen werken met autisme? Zou hij ooit een plek vinden waar hij zich veilig voelt, waar hij kan groeien en zichzelf mag zijn?
Francien maakte zich zorgen: over stages, over begeleiding, over de toekomst. Maar stap voor stap kwam er ruimte voor vertrouwen. En uiteindelijk vond Sander zijn plek op een manier die Francien tien jaar geleden niet had durven dromen.
Hoe dat ging? Dat lees je in haar verhaal. Over gouden begeleiders, korte lijntjes en de kracht van rust.
Sander kreeg al op jonge leeftijd de diagnose autisme. Tot groep 5 zat hij op een reguliere basisschool, maar dat werd te moeilijk. Hij was vaker buiten de klas dan erin. Daarna ging hij naar speciaal onderwijs in Den Bosch en vervolgens naar het Baanderherencollege praktijkonderwijs. In zijn laatste schooljaar moest hij stage lopen.
“Eerst keken we naar een plek waar hij kon leren lassen, want dat vond hij leuk. Maar zo’n plek was lastig te vinden. Uiteindelijk kwam hij terecht bij Pierre van de technische dienst van WSD. Pierre zei: “Laat hem maar komen.” En dat bleek een schot in de roos. Pierre was een gouden man. Hij begreep Sander en gaf hem rust en vertrouwen.”
De klik tussen Pierre en Sander was bijzonder. Pierre begeleidde Sander op een rustige manier, één op één. Dat werkte. Sander bloeide op. Hij leerde snel en werkte geconcentreerd. Na zijn stage kreeg hij een leerwerkplek en inmiddels werkt hij al tien jaar bij de technische dienst. Francien: “Hij begon met kleine klusjes maar inmiddels denkt hij mee en neemt hij initiatief.
Sander heeft zich in die jaren enorm ontwikkeld. Hij volgde een lascursus en kreeg zelfs een certificaat. Veel heeft hij geleerd van ervaren collega’s, echte vakmannen. Sommigen zijn inmiddels met pensioen en dat vindt hij lastig. Hij mist ze. Maar gelukkig heeft hij nu ook een fijne nieuwe werkleider, Pepijn, met wie hij goed kan schakelen.”
Sander heeft ook een lichamelijke beperking: een scoliose. “Pierre lette daar goed op. Hij zorgde dat Sander goed zat en stond. Dat gaf extra vertrouwen. Omdat ik zelf bij WSD werk, zijn de lijntjes kort. Als er iets speelt, kunnen we snel schakelen. Dat helpt, zeker bij autisme. Want als iets te lang blijft hangen, wordt het moeilijker om terug te draaien.”
Thuis is Sander inmiddels zelfstandig. Hij doet boodschappen, kookt en gamet graag. “We praten steeds meer met elkaar. Dat ging niet altijd vanzelf. Toen Pierre met pensioen ging, was Sander kortaf en gesloten. Maar nu, met Pepijn, zie ik hem weer opbloeien. Hij denkt mee, stelt vragen en wil zelfs af en toe bij collega’s aan tafel te lunchen. Dat deed hij eerst nooit,” vertelt Francien.
Sander heeft structuur nodig. Hij staat elke ochtend om zes uur op, fietst om half acht naar zijn werk. Vrije dagen zijn lastig, want dan valt die structuur weg. Maar we werken eraan. Hij groeit, stap voor stap. “Mijn droom is dat hij ooit zelfstandig woont. Hij is er nog niet, maar hij komt er wel. Via de WMO kunnen we straks begeleiding regelen voor praktische zaken, zoals post en bankzaken. Hij wil graag prikkelarm wonen en dat is nog even zoeken. Maar thuis heeft hij nu al veel ruimte om te oefenen. Vier avonden per week ben ik bij mijn vriend dus dan heeft hij het huis voor zichzelf. Ik ben de vruchten aan het plukken van jaren hard werken. En dat voelt goed.”
In de jaren dat Sander zijn plek vond, leerde Francien veel. Eén van haar belangrijkste inzichten? Houd de lijntjes kort. “Als er iets speelt, wil je snel kunnen schakelen met school of werk. Zeker bij autisme is dat belangrijk. Anders blijft iets hangen en wordt het groter dan nodig.” Ook benadrukt ze hoe waardevol het is om goed contact te houden met mentoren en begeleiders. “Niet erbovenop zitten, maar wel bereikbaar zijn. En als je merkt dat er thuis iets speelt, meld het. Want je kind vertelt het zelf vaak niet.” Voor Francien was het ook fijn dat ze wist waar ze informatie kon halen. “Als je weet wat het doelgroepenregister is en hoe de gemeente werkt, dan ben je voorbereid. Dat geeft rust.”